11 april 2018
‘De vertalingen zijn soms anders.’

We hebben bij Judas en de Vorst van
de wereld gezien, hoe vertalingen je
op het verkeerde been zetten. De tra-
dities van mensen slopen er in. Dan
moet je terughalen wat de grondtekst
ook alweer zei. Sprekend voorbeeld is
dan het begrip aioon of olam, dat ver-
taald werd met eeuwigheid. Enorm be-
langrijk in verband met de tijd waarin
iemand verloren is.

‘Het gaat om een tijdperk.’

Dit uiterst belangrijke begrip is opgevat
als zonder begin en zonder einde. Het
wordt ook in het meervoud gebruikt. Is
het zo, dat er meerdere eeuwigheden
zijn? Onmogelijk. Daarom wijzen deze
begrippen altijd op een tijdperk.
Niemand is voor altijd (zonder einde)
verloren of naar ‘de hel’ of zoiets. Nee.
De Schrift spreekt altijd van tijdperk, zo-
dat niemand voor ‘eeuwig’ omkomt of
verloren gaat. God zal ze terugvinden;
daarom zal Zijn liefde overwinnen.

‘Daar ben ik zó blij mee.’

Positieve uitspraken genoeg; we lezen:

dit is een betrouwbaar woord en alle
verwelkoming waard, dat Christus Je-
zus in de wereld kwam om zondaren te
redden, van wie ik de voornaamste ben

                                1 Timotheüs 1:15

De voornaamste (ergste) zondaar is al
gered. Dat was niet Judas, maar Saulus
van Tarsus. En die werd nota bene dé
apostel van de natiën. Daarom:

dit is een betrouwbaar woord en alle
aanneming waard, want daarvoor
spannen wij ons in en worden wij ge-
smaad, dat wij onze verwachting heb-
ben van de levende God, Die Redder
is van alle mensen, allermeest van de
gelovigen
             1 Timotheüs 4:9,10

Dat is de waarheid. Ik ben er blij mee!