18 maart 2018
‘Hij werd tot een vloek.’

Zo zegt Galaten 3:13 dat. Daarmee is
ook een aspect van het kruis genoemd.
Het belang voor God was groot. Hij had
aan het kruis de misdadiger kunnen red-
den (Lucas 23:39). Hij kon Zichzelf red-
den, zoals sommigen zeiden (Mattheüs
27:40; Marcus 15:30; Lucas 23:37). En
de mogelijkheid was er om het te ver-
mijden (Mattheüs 16:23; Marcus 8:33).

‘De Zoon ging toch.’

Voor God was dat uiterst belangrijk; Hij
kon alleen het verlorene redden. Eerst
moest het verloren zijn. De enorme diep-
te van Zijn liefde blijkt naar vijanden toe.
Wat opvalt, is de zeer korte tijd van aller-
diepste vernedering tegenover de einde-
loze heerlijkheid
die eruit voortkomt. De

vernedering duurde 33 jaar (ongeveer).
Het lijden was vooral tijdens Zijn 3-jarige
rondgang te midden van Zijn volk.

‘Dat is kort, ja.’

Maar het intense en allerdiepste lijden
was vlak voor en aan het kruis. Hij werd
veracht, geslagen, verdrukt. Daarna aan
het hout genageld waar Hij 6 uur hing.
Dat was het ergste lijden en duurde re-
latief kort. Met name de laatste 3 uur
moeten voor Hem bijna ondraaglijk ge-
weest zijn. Het levert wél oneindige en
alles overstijgende heerlijkheid op voor
heel Gods schepping.