3 december 2016
‘Mozes zag ongewone dingen.’

De goddelijke dienst van de hemelse
machten, boodschappers en derge-
lijke. Dat moet onvolkomen geweest
zijn. Want in de eerste eon kwam de
verstoring van Gods vrede door de ge-
schapen tegenwerker. Daarop kwam

gericht en lezen we in Genesis 1:2 de
chaos, duisternis en leegte. Overal wa-
ter. Door het gericht werd de ontstane
geestelijke vijandschap niet opge
heven.

‘Toch werd God nog gediend.’

Niet alle hemelse wezens gingen in op-
stand de tegenwerker achterna.

De dienst aan God ging door. Maar
die kon de vijandige hemelingen niet
tot vrede en onderschikking brengen.
Daar was iets anders voor nodig. Op
aarde zou dat moeten gebeuren.
Maar daarop was geen voorbeeld.

‘Dat moest Israël gaan doen?’

Kennelijk wel, want direct ná de uit-
tocht uit Egypte werd Mozes op de
berg getoond wat te midden van de
hemelsen gebeurde. Naar dat voor-
beeld moest hij anderen instructies
geven. Tabernakel met al het gerei
en de hele dienst aan God moest in-
gesteld. Met daarin centraal de ark
van het verbond inclusief de stenen
tafels: Gods woord!