Woord vandaag

‘De Emmaüsgangers’ ogen geopend.’

Door God zelf, want we zagen gisteren,
dat hun ogen werden geopend. Zij kon-
den dat zelf niet. Het is evenmin zo, dat
zij eerst zelf actief waren zodat zij zelf
de ogen een beetje konden openen om
te zien wie Hij werkelijk was.

‘Dat is helemaal werk van God.’

Zij konden Hem eerst niet zien. Gód moest
de ogen open doen. Zij openden niet zelf
eerst een klein beetje de ogen, zodat God
de kans kreeg de ogen verder te openen.
Zo’n idee is onbekend in dit gedeelte.
Hun hart was brandend in hen geweest,
toen Hij hun de Schriften opende.

‘Dat opende is hetzelfde woord?’

Ja, het is een sterke uitdrukking. Meestal
staat het gewone woord openen voor iets
open doen, zoals deuren en een boekrol.
Maar ook voor het geestelijke, zoals in
Handelingen 26:18 Paulus tegen Agrippa
over zijn volk Israël spreekt.
Morgen kijken we naar het woord uit on-
ze tekst Lucas 24:32!

Woord vandaag

‘We mogen Zijn woord leren kennen.’

Dat is heel wat, want de Heer zei tegen
de Emmaüsgangers:

O onverstandigen en tragen van hart!
Dat jullie niet geloven al wat de profe-
ten gesproken hebben!
       Lucas 24:25

Daarmee wees Hij hun op de profeten
die in Tenach (OT) spreken van het lij-
den van de Messias en de heerlijkheid
die daarna zou komen.

‘Helaas kom je ongeloof tegen.’

Dat moeten we met verdriet in ons
hart constateren. Mensen geloven wel
dat Jezus voor hen stierf en opstond.
Dat is de kern. Maar over zoveel in de
Schrift ‘lopen de meningen uiteen’ zeg-
gen we dan. Het punt is: geloof draait
om wat werkelijk geschreven staat.

‘Dat is zo, toch: verschillend denken.’

Die Emmaüsgangers waren onwetend
over de betekenis van Schriftgedeelten.
Jezus Christus, de Opgestane, moest het
aan hen uitleggen. Hun ogen werden ge-
opend
(Lucas 24:31); dat deed God, in

Zijn liefde. Toen hadden zij door wie Hij
was, die met hen gesproken had! Het
doet sterk denken aan wat de Psalmist
(119:18) schrijft:

ontsluit mijn ogen en laat mij zien
de wonderen van Uw onderwijzing

Woord vandaag

‘Zo, dat is opvallend, in 1 Koningen.’

Dat is het, en iets dergelijks gaat ook in de
tijd gebeuren nadat de gemeen
te weggeno-
men is van de aarde. We
lezen daarover in
2 Thessalonicenzen 
2:11 het volgende:

en daarom zal God hun een inwerking
van dwaling zenden, dat zij de valsheid
geloven

‘Die inwerking van dwaling: een geest.’

Het moet wel, want die geest zal zorgen
voor dwaling. Dat zal door al
lerlei mensen
gepredikt worden, want 
de mensen zullen
de valsheid geloven.

Het gaat wel degelijk om geloven, dat is
vandaag bij iedereen zo.

‘Maar nu wordt waarheid wel gehoord.’

Nog wel ja, we zagen in Daniël 8, dat de
wetteloze de waarheid op aarde zal smijten.
Zo zal de mens ver
volgens de valsheid gelo-
ven. Dan zal die 
regeren. Dat zal gelukkig
korte tijd zijn, 
want de Heer Jezus Christus
zal
de waarheid op aarde terugbrengen!

Woord vandaag

‘Achter de schermen kijken verheldert.’

Van tijd tot tijd krijgen we zicht op wat
in het geestelijk bereik gebeurt. En dat
maakt veel duidelijk. Zo ook in 1 Koning-
en 22. In de vergadering te midden van
de hemelingen, zegt IEUE tegen die ene
geest:

jij mag verleiden en je zult er ook toe in
staat zijn, vertrek en doe het zo
(vers 22)

‘Veel mensen geloven dit niet?’

Wat deze geest gaat doen, is een vorm
van kwaad. De leugen in de mond van
veel profeten leggen. En IEUE geeft
voor zoiets toestemming! En zegt daar-
bij, dat die geest er ook toe in staat
zal zijn
, het vermogen zal hebben om

dat te doen.

‘Alleen omdat Hij dat geeft?’

Jawel, Hij geeft aan die geest het ver-
mogen om dat te doen
. Het woord in

de grondtekst verwijst naar een vat,
en naar vermogen. Dat ligt dicht bij el-
kaar qua betekenis. Een vat heeft een
bepaald vermogen om iets vast te
houden of te bevatten. Zo kon die
geest, was die geest in staat, leugen
via en onder mensen te verspreiden. 

Woord vandaag

‘Dat is nogal wat, dat 1 Koningen 22.’

Zo zien we duidelijk, wat Paulus schrijft,
dat heel de Schrift nuttig is tot onderricht
…opdat de mens van God volkomen is.
De vergelijking met Job 1 en 2 is treffend.
Maar liefst 400 profeten zeiden wat de
mens (Achab, de koning) graag wilde horen.
Maar dat was niet de waarheid.

‘Slechts 1 profeet zei dat wel.’

Meestal is het zo, dat een kleine minder-
heid de waarheid mag kennen. Steeds
spreekt de Schrift van een gelovige rest,
of overblijfsel. Daarbinnen wordt de waar-
heid nog gekend en beleden. Wordt de
kring groter, dan verwatert waarheid al
snel. Meningen van mensen vertroebelen
wat waar is.

‘Net als bij Elia: 1 tegen veel profeten.’

IEUE onthulde aan Micha de waarheid.
Die lag vanzelfsprekend in het geestelijke,
onzichtbare bereik, bij Vader zelf. De uit-
komst van dat alles was, dat Achab toch
optrok in strijd tegen Syrië, want de pro-
feten hadden hem daartoe aangezet.
En de geest van de leugen had die pro-
feten dat in de mond gelegd.