Woord vandaag

‘Zeg, dat wandelen van Efeziërs 2:10, is toch nu al?’

Dat is nu al, wonderlijk genoeg heeft Vader van tevoren goede werken
klaargelegd, in tegenstelling tot de dode werken van de wet (Thora).
Wij zullen daarin wandelen. Zoals we vaker gezien hebben, is Vader het,
die ons kracht geeft en de werken te doen geeft. In genade. Wij vinden
misschien dat wij tekortschieten. Dat is van onze –beperkte- kant beke-
ken. Van Gods kant gezien zijn wij altijd volkomen in Zijn Zoon.

‘Dat is fijn om weer te horen, dat heb je nodig.’

In je ziel kan het onrustig zijn, als je op jezelf ziet. Wanneer je Gods evan-
gelie erop naslaat, ontdek je iets geweldigs. Het is de glimlach van Zijn
genade. Wij zijn geredden in, leven in Zijn genade. Dat is Zijn heerlijkheid,
schepselen zoals wij zijn, om niet dat te geven wat zij niet verdienen.
Zelfs de kracht die wij hebben om deze woorden te lezen en er iets van
kunnen verstaan met ons hart, is genade van God.

‘Bijzonder hoor, we zijn rijk gezegend.’

En waar mogelijk, kunnen we dit ook doorgeven. We hebben dan geen
bijgedachte zoals vroeger. Toen dacht je –misschien- dat die ander, die
het niet aanneemt, voor altijd verloren zou zijn. Maar dat is niet zo. Het
evangelie zegt ons, dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaren te
redden. De mens doet al het zondigen en Hij doet al het reddingswerk.
Dat is door het kruis heen, dat wel. Een diepe weg van vernedering. Maar
Hij zal doen wat Vader Zich voornam: verzoening van alle schepselen! 

Opmerkelijk

Het kwaad zal in welk opzicht dan ook niet triomferen over God,
maar Hij zal dat in elk opzicht overwinnen. En er zal een heerlijke
dag aanbreken wanneer de engelen, de aartsengelen, de mensen
en alle schepselen in de hemel en op de aarde en in de zee en al wat
daarin is, verenigd in één groot gejuich uitbreken.
Zij zullen juichen en zingen in lofprijzing en dankzegging bij het
moment dat alle zonde, smart en scheiding in het universum van
God weggedaan wordt. Dat is het grote herstel van dat universum
tot de gunst van haar Schepper.’

Uit: ‘De dood van de dood’ (oorspronkelijk Engels)- auteur onbekend.

Woord vandaag

‘Heerlijk, die genade van God.’

Het is een rusten in Zijn volbrachte werk. We hebben geen religie, maar
een dienst aan God. In dankbaar weten dat het altijd Zijn genade is, die
ons opbeurt, bemoedigt. Falen we? Dan is daar Zijn liefde en genade die
ons doen beseffen dat we leven uit Zijn hand. Beter kan niet. Dat zal ook
het kenmerk later van heel de nieuwe schepping zijn. Ieder zal dan bewust
leven uit genade. Door Zijn geest zullen we dan de nooit aflatende kracht
ervaren, die Hij geeft.

‘Wanneer je daar over nadenkt word je blij.’

Dat is dan wat de genade van God doet: het maakt je echt blijvend blij van
binnen. Geen gedoe meer met eigen werken, daar ben je dan aan voorbij,
omdat de oude schepping dan definitief voltooid verleden tijd is. Wij zijn
overigens nu al Zijn maaksel, die geschapen worden in Christus Jezus voor
goede werken, die God van tevoren gereedmaakt, opdat wij daarin zullen
wandelen
.

‘Ja, ik geniet weer volop. Efeziërs.’

Het mooie van ook deze woorden over goede werken is, dat het geen
moeten is. De tekst zegt niet: opdat wij daarin moeten wandelen. Nee.
Het staat er als een belofte (en die gaat God waar maken): opdat wij
daarin zullen wandelen
. God is het, die zowel het willen als het werken

in ons werkt, zegt de brief die alles over onze dienst aan Hem zegt, de
Filippenzenbrief. Nou, als dat geen genade is…..

Woord vandaag

‘Heerlijk, die rust die we hebben.’

Zodra je onder een wettisch systeem gaat leven, ben je de rust kwijt.
Onder de genade van God leef je in de heerlijke zekerheid, dat het
niet van jou, maar van Hem afhangt. Mensen die onder het juk van
allerlei religieuze regels leven, zijn afhankelijk van hun eigen prestatie
of zij de gunst van God (en van hun religieuze leider(s)) ontvangen.

‘We hebben een groot God, die alles uitwerkt.’

En die is liefde, en de deur naar die liefde is Zijn genade. We zijn erg
gezegend, wanneer we die genade gaan waarderen. Ook dat is gena-
de: het besef dat het alleen om Zijn genade draait en niet om jouw in-
spanningen of die van anderen. Gods genade. Daar is uiteindelijk elk
schepsel van afhankelijk.

‘Zo hebben we een warm bad: Zijn genade.’

Heerlijk he. Niet meer afhankelijk te zijn van wat jij doet, of hoe jij je
inspant. Hoe je ook denkt dat de Schrift leert dat je in actie moet ko-
men of iets dergelijks. Wanneer je dat meent, ben je al wettisch bezig,
alleen heb je dat zelf nog niet door. Mensen die snel even zeggen, dat
de redding wel uit genade alleen is, komen daarna met een …maar
je moet wel aan de slag! Ook zij hebben Gods genade nodig.

Woord vandaag

‘Buitengewoon, wat wij mogen geloven van Vader.’

Hoe langer je op weg bent in geloof, hoe meer je gaat beseffen dat je
totaal afhankelijk bent van Vader. Hoe graag je ook iets wil doen voor
de Heer, het kan nooit zonder Hem. Zoals Hij ook zei tegen Zijn disci-
pelen: zonder Mij kunnen jullie niets doen  (Johannes 15:5).
Het bijzondere is, dat het in Johannes 15 gaat over vrucht dragen.

‘De vrucht van de geest kun je niet werken.’

Dat merken we keer op keer wanneer we de diverse aspecten van
die vrucht bespreken. Telkens blijkt, dat alleen de geest van God die
vrucht uitwerkt, en niet iets anders. Laat staan wij zelf. Het is Zijn ge-
nade aan en in ons. Hetzelfde principe geldt ook ons: zonder Mij kun-
nen jullie niets doen
.

‘We hebben dus alle rust.’

We kunnen heel druk bezig zijn met van alles, ook in het werk van
de Heer, maar dat gaat in de rust van het geloof. We zijn tot rust ge-
komen van onze eigen werken. Vader werkt alles uit en heeft alles
in Zijn hand. Geen ander. Als wij dat belijden, roemen we in God, de
Vader en in de Heer Jezus Christus. Wie roemt, roeme in de Heer!