Woord vandaag

‘Boeiend, die boodschap van de apostel Paulus. Ik blijf er blij mee!’

Het rijke evangelie van deze geroepene van Christus Jezus is
doordrenkt van de genade van God. Geen ander evangelie laat
zo de genade van God stromen als wat de verguisde apostel mocht
brengen. Het leverde hem stenen van de orthodoxie op. Maar
ook de Messias belijdende Joden van zijn dagen zaten hem achterna.

‘Dat laatste zal wel het moeilijkst geweest zijn.’

Zeker, de geestelijke stenen van je eigen broeders, dat is wat! Dat is
wat! Als je tegen een muur, opgetrokken door je eigen broeders aan-
loopt, kijk, dát doet pijn hoor! Dat is redelijk onvergetelijk. Paulus
zal het er moeilijk mee gehad hebben. Natuurlijk zijn het vurige
pijlen van de tegenwerker, zeker, maar je verwacht ze niet van die
kant. Als er een kloof blijkt te gapen tussen wat je gelooft en uitdraagt
en broeders van nabij, die eigenlijk veraf blijken. Hoe pijnlijk is dat.

‘Jezus bad aan het kruis: Vader, vergeef het hun want zij weten niet
wat zij doen.’

Jawel, dat was de ongelovige meute uit Zijn eigen volk. Maar als het
gaat om gelovigen, die zelf echt radicaal anders blijken te geloven.
Als dat in een geloofsgemeenschap gaat zitten wroeten, wordt het
heel anders. Je hebt bij de baptisten mensen die meer pinksteren in
de diensten willen, bij de gereformeerden meer pasen en vlottere
liederen, overal is wat en het is allemaal erg verdeeld.

‘Ja waar is de eenheid waar Efeziërs 4:1-7 over spreekt?’

Wat we voor ogen zien, is zichtbaar. De verdeeldheid van en in het
vlees. Dat is wat veel mensen pijnlijk ervaren en wat verdriet geeft.
De een legt hier de nadruk op en de ander daar, dan is dit weer waar
iedereen achteraan meent te moeten lopen en dan dat weer. We zijn
enorm in de fuik van de tegenstander gelopen. Van meet af aan wist
hij het evangelie van de waarheid te verduisteren en te vertroebelen.

‘Ja hij werpt alles door elkaar tot je niet meer weet hoe het zit, geen
enkel houvast meer hebt.’

Dat is een van de ergste dingen, want dan is zo iemand niet veel verder
dan een ongelovige. Die weet ook totaal niet waar ie het zoeken moet.
Of leeft overal langs in een soort droomwereld. Zo leven heel wat mensen.
Geen echt geluk diep van binnen in het hart, terwijl ze wel aan de buiten-
kant zeggen gelukkig te zijn. Als het zo met veel gelovigen gesteld is, dan
is dat evangelie van Paulus des te harder nodig, opdat zij werkelijke vrede
en vreugde, blijvend in hun hart hebben!

Woord vandaag

‘Zeg, de Roeper in Uitdaging was weer aardig scherp.’

Tja, dat is zo de ervaring van deze roepende (in de woestijn?), weinig
vergevingsgezindheid bij christenen, kennelijk ook bij de leiders. Als
dat al te moeilijk is, het woord ‘vergeving’ betekent vanuit het Grieks:
vanaf-laten, oftewel: van je af laten (gaan), dan arriveren we helemaal
niet bij de apostel die nóg verder ging.

‘Maar, bij Paulus lees je toch óók over vergeving?’

Paulus gaat verder, in overeenstemming met zijn boodschap van de
genade van God. Het gaat erom, dat wij elkaar genade schenken zoals
God in Christus ons genade schenkt. Dat niet één keer in het verleden
toen wij tot geloof kwamen, maar steeds, elke dag. Anders zouden wij
niet eens voor Hem kunnen bestaan. In zijn brief aan de Kolossenzen
gebruikt hij dat mooie woord ‘genade schenken’ (Grieks: charizomai)
om de rijke, milde, gevende liefde van God te beschrijven.

‘Het blijkt dat leidende broeders in de evangelische wereld elkaar niet
echt kunnen vergeven.’

En dat, terwijl zij wel voorgaan en spreken over vergeving, dat de leden
van de gemeente elkaar moeten vergeven en zo. Zouden zij ook weet heb-
ben van wat de apostel Paulus schrijft over genade? Want genade gaat
verder dan vergeving.Op vergeving kun je nog terugkomen. We hebben
in het verleden het voorbeeld van de onrechtvaardige schuldeiser be-
sproken. Hem werd een grote schuld door de koning kwijtgescholden
en voor een veel kleiner bedrag liet hij een ander gevangen zetten.

‘O ja, en toen kwam de koning erop terug, toen hij dat hoorde!’

Ja, en toen werd de onrechtvaardige schuldeiser zelf gevangen gezet
nadat hij zware slagen had gekregen. Met andere woorden: op verge-
ving (kwijtschelding) kun je terugkomen.
Maar, bij genade schenken kun je er niet op terugkomen. God, die ons
in Christus Jezus genade schonk kan daar nooit meer op terugkomen.
Waarom niet? Omdat aan jou genade (gratie) verleend is. Dat gaat
boven een juridisch ‘niet schuldig’ uit! In ons was niets, wat God kon
bewegen ons naar Zich toe te trekken. Het is Zijn onvoorwaardelijke
liefde, die ons trekt, roept, rechtvaardigt, verheerlijkt, kortom:
genade schenkt!

Geciteerd – opmerkelijk: Roeper

“Het blijft vaak bij theorie. Misschien zien – voor het Evangelie blinde-
ongelovigen dát juist wél. Terwijl christenen de mond vol hebben over
vergeving die hen ten deel viel, blijken zij er in de praktijk evenveel
moeite als ongelovigen mee te hebben die jegens anderen te tonen.
‘Zoals wij vergeven onze schuldenaren’ lijkt een nietszeggende mantra.
Soms vertellen geschokte oudsten in mijn gemeente als zij weer een
leidersconferentie bezochten, dat daar sommige andere deelnemers
geïrriteerd reageerden op het horen van mijn naam. Door verschillen
van inzicht met mij, veelal tientallen jaren geleden. Terwijl ik hen ge-
regeld heb ontmoet en zij deden alsof er geen vuiltje aan de lucht was.
Ik weet zeker niet de enige te zijn die dat lot treft. Hoor óók dikwijls
niet van vergevingsgezindheid getuigende uitlatingen over broeders
en zusters. Gelovigen die zélf soms – niets vermoedend – respect en
liefde voor hun inquisiteurs tonen.
Ik houd het maar op humor….”

Roeper, Uitdaging, oktober 2012.

Woord vandaag

‘Waarom zijn er zoveel christenen, die maar niet loskomen van
het idee dat zij genade moeten verdienen?’

Zij weten wel, dat zij in en door Gods genade geredden zijn, en als het erg
meezit, weten zij ook van het geloof van Jezus Christus. Dat is de enige
geloofsbasis van onze redding. Dat wij ook geloven, is niet onze verdienste.
Integendeel. Het feit, dat iemand van harte ‘amen’ zegt op het horen van
het evangelie van zijn/haar redding, is het gevolg van het werk van de
geest van God in iemands hart. Ook Zijn genade!

‘Ja, zij weten, dat zij het niet hebben kunnen verdienen, maar dat het Zijn
werk aan het kruis is.’

En de opstanding die erop volgde! Dat wéét men wel, maar daarna lopen de
visies/opvattingen/meningen sterk uit elkaar. De een vindt, dat er een lei-
draad om te leven in de bergrede (Mattheüs 5-7) zit, de ander kijkt meer of
ook naar de 10 geboden (Exodus 20), weer een ander leest de brieven van
Petrus, Johannes en Jakobus als ultieme richtlijn. Iedereen die dat doet is
op een of andere manier bezig, zelf een christelijk leven op te bouwen.

‘Maar het is toch niet verkeerd om goed te willen leven voor God?’

Natuurlijk niet! Als we gelovigen zijn, willen we leven voor God en tot eer
van Hem, die ons geroepen heeft en tot eer van Zijn Zoon, die alles deed wat
nodig was om ons te redden.
Degenen, die genoemde gedeeltes uit de Schrift als basis nemen voor hun
levenswandel, zullen vroeg of laat tot de ontdekking komen, dat zij toch
iets missen. Of zij ontdekken dat zijn in een enorme krampachtigheid leven,
zo van: “Ik probeer elke dag te leven volgens de 10 geboden, maar ik overtreed
er elke dag wel een of meer, al was het alleen al in gedachten. Help!”

‘Tsja, dat ken ik van vroeger. En je hoort ook vaak, dat ze elke dag vergeving
vragen aan God voor wat er die dag verkeerd liep, wat ze fout deden.’

Daardoor lopen zovelen rond met voortdurend schuldbesef, dat ze wel beter
willen en het eigenlijk ook beter zou moeten kunnen; het lukt maar niet. Dat
is een leven -op een of andere manier- op een wettisch-achtige manier. Men
wil graag toekomen aan de norm om tot eer van God te leven, en het mislukt.
Men verwacht het uiteindelijk toch van zichzelf. En dat zit verscholen in het
willen leven naar al die genoemde Schriftgedeeltes. Je mist de belangrijkste:
de brieven van Paulus. Want dáárin heb je de sleutel om tot eer van Hem te
kunnen leven: leven door de geest van God.


Woord vandaag

‘Fijn, dat wij mogen weten met heel ons hart, dat ons zelfs al
voór de tijden genade geschonken is.’

De prachttekst uit 2 Timotheüs 1:9-11. Daar laat Hij ons zien,
dat ons al in Christus Jezus genade is geschonken voorafgaand
aan de eonen. Die tijdperken waarin God Zijn plan uitvoert, om
uiteindelijk alles in alles te zijn. Het is een machtig uitzicht, dat
als licht straalt over de eonen, waarin het kwaad een rol speelt.

‘Als je het eenmaal overziet, kan niemand je dat zicht meer afne-
men. Je bent achter de waarheid gekomen.’

Mensen die geloven, kunnen soms hun hele leven worstelen met
het feit, dat alles uit God is (Romeinen 11:36). Daarmee heb je het
antwoord in handen op grotere en kleinere levensvragen. We kun-
nen niet anders dan die grote waarheid omarmen en tot in ons hart
en tot in onze nieren laten doordringen.

‘Ja, sommigen worstelen alleen al met de vraag of de schepping uit
God is.’

De tegenwerker, de oude slang, de draak van eindtijd, wil dat zicht
verduisteren, want daardoor komt ook een sluier te liggen over het
einde van alle dingen. Als het begin uit die ene God is, dan zal het
einde ook tot in die ene God, de God en Vader van onze Heer Jezus
Christus, moeten zijn. Dat is denken vanuit je Oorsprong. En die
oorsprong ligt in God, de God van Abraham Izaäk en Jakob, de God
van Israël.

‘Wonderlijk, dat wij die ene God zo mogen kennen en Zijn Zoon Jezus
Christus onze Heer.’

Dat is het eonische leven, zegt Johannes in het 17e hoofdstuk. Diezelf-
de Johannes moet van Paulus’ boodschap geweten hebben, toen hij
schreef, dat alles door het Woord tot stand gebracht is. En in dat Woord
was het leven en het leven was het licht van de mensen. Met dat Woord
van God (de oorsprong) komt ook hét leven; en voor de gelovige van-
daag 
is dat in Christus Jezus, onze Heer. De gelovige van het lichaam
van 
Christus í­s in Christus Jezus, die ook onze vrede is (Efeziërs 2:14)!