Woord vandaag

‘Het blijft toch geweldig he, dat wij ons zo’n grote toekomst wacht.’

We lazen er vaak overheen, het viel ons niet op. Of wij hadden alleen een
onduidelijk idee dat wij ooit naar de hemel zouden gaan. Maar dat wij wer-
kelijk een bijzondere dienst daar hebben, is eigenlijk ongelooflijk! God
gaat ons inzetten om aan de hemelse machten de heerlijkheid van Gods
genade en wijsheid te tonen en verder bekend te maken. Opdat ook zij hun
knieën gaan buigen voor onze Heer.

‘Veel gelovigen willen daar niet aan. Zij denken dat wij een aardse toekomst
hebben en in het nieuw Jeruzalem op aarde zullen zijn.’

Paulus schrijft in Efeziërs 2:5-8 dat wij in de komende eonen (meervoud) die
genade in Zijn mildheid zullen tonen. Dat geldt dus ook in de tijd van de nieuwe
hemel en de nieuwe aarde waarover Johannes schrijft in Openbaring 21 en 22.
Het sluit niet uit dat wij bij gelegenheid het nieuwe Jeruzalem op aarde zullen
bezoeken, maar het is heel goed mogelijk, dat wij samen met het Lam de stad zul-
len verlichten van boven af!

‘Zo heb ik er nog nooit tegen aangekeken!’

Wij hebben straks een heerlijkheidslichaam dat gelijkvormig is aan Zijn verheer-
lijkt lichaam en dat verblindde Saulus van Tarsus 3 dagen lang. Zo’n enorm licht
wat de Heer uitstraalt. Dat zullen wij dan ook doen! Dat gaat wat betekenen voor
de geestelijke machten en krachten in het hemelse!
Misschien duizelt het ons en klinkt het té fantastisch, té mooi om waar te zijn, toch
zegt Paulus dit in zijn brieven ons. Dat is zó bijzonder. Bedenkt de dingen die boven
zijn, waar Christus is!

‘Door de dagelijkse gang van zaken hier vergeet je deze dingen zo snel.’

Jawel, het gaat om onze gezindheid. En we hebben die brieven om ons daarin te ver-
heugen en troost uit te putten. God is voor ons. Hij kende ons tevoren, bestemde ons
tevoren, riep en rechtvaardigde ons en zal ons verder verheerlijken. Daar is niets
van ons bij, zó is Hij voor ons in Christus Jezus! Dat draagt ons door de dagen heen,
die soms grauw en zelfs akelig kunnen zijn. Zijn hand draagt ons!

Woord vandaag

‘Bijzondere troost, dat uitzicht wat God geeft, dat wij degenen die
ons ontvielen, weer terugzien bij de bazuin van God!’

Het is zoals de Engelsen zeggen: ‘The Blessed Hope’ of ‘de gezegende
verwachting’. En dat is het zeer zeker. Het doet je je hoofd opheffen
naar Hem, die ons onuitsprekelijk liefheeft en die het zó heeft gere-
geld. De overledenen weten van niets tot de bazuin klinkt. Net zoals
Lazarus een aantal dagen van niets wist tot het moment dat de Heer
hem bij zijn naam uit het graf riep.

‘Mooi, daarin kun je ook zien, dat Hij je bij je naam kent. Heel persoon-
lijk. Hij laat niet een van zijn mensen vallen!’

Geweldige zekerheid, Hij houdt ons vast en laat niet een van de werken
van Zijn handen vallen. Hij heeft ons lief, niets kan ons scheiden van
Zijn liefde die is in Christus Jezus onze Heer. Noch dood noch leven.
Dat is het evangelie: leven, onsterfelijkheid, wacht elk lid van het lichaam
van Christus in de opstanding. En uiteindelijk alle mensen!


‘Heerlijk, dat wij dat mogen beseffen. Je leeft met die vaste zekerheid in je
hart!’

En dan te weten, dat je dat toevalt, dat je er niets voor hebt hoeven doen,
sterker nog, er niets voor hebt kúnnen doen! Het is 100% gegarandeerd
omdat het klokgaaf 100% Zijn werk is. Daar kun je je als mens op verlaten,
daar kun je in rusten, zo’n God die het zó doet, is wérkelijk God en Vader.

‘Ja, wat een geweldige rijkdom hebben wij toch in die brieven van Paulus
ontvangen. Het is ver boven je denken uit.’

Bijzonder, dat wij niet alleen opstanding verwachten als zekerheid in de
nabije toekomst, maar dan ook levendgemaakt worden, onsterfelijkheid
ontvangen. Bovendien zullen wij dan een hemels, een geestelijk lichaam
hebben en zo de Heer ontmoeten in de lucht! Zo worden we via de bema
(het erepodium, NBG: rechterstoel) gereedgemaakt voor onze grote bedie-
ning boven, om de hemelingen de enorme genade en wijsheid van God te
brengen. Dat is absoluut zeer grote genade en heerlijkheid!

Woord vandaag

‘God bewerkt alles? Is dat zo?’

Hij heeft door Zijn Zoon heen alles gedaan wat nodig was tot redding van
de mensheid, die sedert Adam steeds verder van Hem afgeweken was.
De mens was in grote duisternis geraakt, en daarom zond Hij het licht
van de wereld naar deze aarde om die duisternis weg te doen. Het won-
derlijke is, dat in de duisternis ineens licht door ging breken.

‘Dat zien wij in Genesis 1:3 toch al?’

Daar was sprake van chaos, duisternis, overal water. God spreekt dan
Zijn woord, en het licht gaat aan. Daar waar je het niet verwacht, geeft
God ineens iets, dat overeenkomstig Zijn wezen is: licht. Het Hebreeuwse
woord voor duisternis zegt eigenlijk: tegenhouden. Het licht wordt tegen-
gehouden! Maar het breekt door zodra God Zijn woord uitspreekt.

‘Uw woord is een lamp voor Mijn voet en een licht op mijn pad.’

Dat is het, de Psalmist wist dat, de Heer Jezus beleed dat, wij als gelovigen
ervaren dat ook. Paulus wijst erop in 2 Corinthiërs 4, waar hij verwijst
naar Genesis 1:3 en zegt:

‘Want God, die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is
ook degene die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis
van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.

(2 Corinthiërs 4:6, hSV)

‘Dat is weer heel bijzonder. Het is een werk van God in ons.’

Het is heel apart, dat God zo’n werk in en aan ons doet. Weer is er niets
van onszelf bij. Hij bewerkt, dat wij Zijn woord geloven (dat is genade)
en Hij bewerkt ook, dat wij daaruit gaan leven (dat is ook genade) en iets
kunnen betekenen in het werk van de Heer (weer genade).
Hij bemoedigt, Hij vertroost, Hij geeft kracht, Hij heeft ons lief!

We kijken met elkaar uit naar de bazuin van God, die opwekking van
de gestorvenen in Christus zal inluiden. Als wij leven op dat moment,
zullen wij samen met hen tegelijk weggerukt worden, om Hem in de
lucht te ontmoeten!

Woord vandaag

‘Toch bijzonder, dat wij zo’n toekomst aangezegd krijgen!’

Wij hebben een roeping boven, en wij mogen meewerken met de
Zoon van Zijn liefde. Ook de hemelse machten zullen eens de knieën
buigen voor Hem, die ons onuitsprekelijk liefheeft. Geen enkel mens
of hemelse macht kan ons scheiden van die liefde. Wat geweldig is dat
he. Betrokken te zijn met Christus Jezus om het plan van eonen tot
een voleinding te brengen. Wij zijn gered om mee te werken aan de
redding van anderen.

‘Wat een volheid van genade is ons toegevallen!

Dat kun je wel zo zeggen ja. Zoals onze redding alleen genade en genade
alleen is, zo zal het ook voor de hemelse machten zijn. Niet alleen die,
maar ook de hemelse boodschappers et cetera! Uiteindelijk zal er niets
bestand zijn tegen de liefde van God, dat zal alle vijandschap en vijanden
overwinnen. Gods liefde is ook sterker dan de dood. Daarom zullen allen
levendgemaakt worden. Er zal niet één gemist kunnen worden aan het
einde. Gods hart zou dat niet kunnen verdragen als er 1 zou missen.


‘Mooi, dat zegt de Heer ook bij het verloren schaap!’

Jawel, die herder gaat zoeken en laat de andere 99 achter. Die ene, daar
gaat het om! Hij gaat op zoek en vindt het ook. Dat weerspiegelt het hart
van de Herder!
In de Schrift wordt al wat verloren was, weer teruggevonden. Bij God gaat
niets voor eeuwig verloren. Het ‘allen’ van het evangelie is ook echt állen!

‘Mensen beweren andere dingen.’

Bij menselijke gedachten gaat het om iets doen om gered te worden. Doet
men dat niet, dan gaat men voor eeuwig verloren. Dat is wat de slang ons
graag wil doen geloven. Je hoort uiteindelijk bij de bokken en niet bij de
schapen, wordt gezegd. Het evangelie is, dat niet jij, niet de mens, iets
moet presteren, maar dat Híj, Jezus Christus, het reddingswerk
volbracht heeft! God wekte Hem op uit de doden en Hij is nu aan Gods
rechterhand, verheerlijkt, en Hij roept het lichaam van Christus uit.
Wees verzoend met God! Dank Hem voor die grote genade!

Opmerkelijk

‘Nadat Jahweh zich had bekendgemaakt als de Algenoegzame, droeg
Hij Abram op zich te besnijden als teken van het gesloten verbond.
Maar hoe kon deze specifieke rite een bevestiging van een verbond zijn?

Slechts op één manier; dat is: het betekende dat het vlees niets tot
stand kon brengen. Het weggooien van een klein stukje vlees was een
symbool van het feit, dat het vlees waardeloos is om ook maar iets te
brengen dat God wenst. Het vlees kon alleen een Ismaël voortbrengen,
een zoon, die onvermijdelijk ondergeschikt zou zijn aan de slavernij
van het vlees; hij was de zoon van een slavin.
Maar God kon een Izaäk voortbrengen, een zoon die in het geheel on-
gebonden was, een zoon van een vrije vrouw.
Dit is een allegorie, zoals Paulus in Galaten 4 opmerkt. Het is waar,
dat het menselijke vlees alleen dat kan voortbrengen wat onder-
geschikt is aan de gebondenheid van de zonde, want zonde zit
ingebakken in het vlees.
Alleen God, die door het vlees heen werkt, kan dat produceren wat vrij
is van al dit soort gebondenheid en dat daarom Hem welgevallig is.
Dit principe geldt vandaag nog net zo als in Abrahams dagen.

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.66