Woord vandaag

‘We raken nooit uitgekeken op dat woord van God he.’

Het boeiende is, dat het Gods woord is. Daarom kán het nooit
iets zijn waarop een mens, een sterveling, een schepsel, uitge-
keken raakt.
God spreekt! En dan zouden, zo zegt Jesaja (1:2) de hemelen
(oftewel: de hemelbewoners) en de aarde (oftewel: de mensen)
horen. ‘Het oor neigen’ houdt in: ‘het oor geven aan’, daarmee
is de functie van onze oren verklaard.

‘Het ligt voor de hand: de oren van de mens zijn geschapen opdat
zij de stem van de Schepper zouden horen!’

Daarom werd het oor van de Heer doorboord, en als iemand onder
Israël bij zijn meester wilde blijven om te dienen dan werd hij tegen
de deur gezet en werd het oor met een priem doorboord als type van
degene die aan Jahweh zich wilde wijden, vrijwillig, voor de rest van
het leven. Dat betekent allereerst en steeds weer: horen naar dat
woord van die Meester. Je kunt God niet dienen zonder Zijn woord
te horen.

‘Het gaat er niet om wat je doet?’

Dat wat we doen vindt zijn oorsprong in het woord van God. Pas als
je echt dat woord in je hart (door je oren en ogen heen) is, kun je
Hem dienen en zal Hij je in Zijn weg leiden. Dat doet Hij door Zijn
heilige geest en door Zijn woord.
God geeft het ons, dat wij kunnen luisteren, als we de kansen grijpen
die er liggen, zal Hij de zoeker rijk belonen!

‘Is de Bijbel alleen lezen onvoldoende?’

De Heer zegt ons, dat wij Zijn woord zouden onderzoeken. Ernst maken
met Hem is tijd in Zijn woord investeren. Als je er tijd voor wil nemen
zul je ook tijd vinden om naar Hem te luisteren. En dat kan niet even
snel -ook al moet in deze tijd alles kort en snel- maar echt er tijd in in-
vesteren zal rijke beloning opleveren.

‘Het zal je honger stillen?’

Het bijzondere is, dat als je eenmaal de smaak te pakken hebt, je na
verloop van tijd niets anders meer wil. Dan ga je er meer en meer
tijd aan besteden. Als je het echte, goede voedsel gevonden hebt ga
je er meer van nemen. God zal Zijn schatten aan je tonen en je weet,
dat je rijkdom niet hier op aarde ligt, maar boven, in Christus Jezus!


Tussenzin

Een nieuwe kleine rubriek, waarin door één enkele zin bedoeld
wordt u aan het nadenken te zetten over iets in de Schrift.
Vandaag de eerste:

Lucas 10:25-37 gaat niet over de vraag: Wie is mijn naaste?,
maar over: Wat moet ik doen om eonisch leven te beërven?

Woord vandaag

‘Waaraan kun je zien dat iemand een gelovige is?’

Dat is moeilijk te zeggen, omdat wij tegen de buitenkant van iemand
aan kijken. Misschien zou je op zijn minst een respect voor het woord
van God kunnen aanwijzen. Maar dan nog. Soms kan iemand jaren
lang niet zoveel met dat woord doen, maar als er nood in het leven komt,
kan God dat gebruiken om diegene naar het woord laten grijpen.

‘Maar, je kunt er toch niet jong genoeg mee beginnen?’

Uiteraard, als ze opgroeien in een gezin waar men veel respect
voor het woord van God heeft en de ouders willen er ook naar
leven, dan gaat daar wel iets van uit. Maar dan nog: in deze we-
reld en in ons land gaat alles heel gemakkelijk en het gaat vaak
veel jaren goed. Je ziet weleens, dat als er geen tegenwind in het
leven komt, men niet zo bezig is met Zijn woord.

‘Men staat er dan lauw tegenover?

Dat kan zo zijn ja. Als je om je heen kijkt en je leest soms reacties
van ‘insiders’ in de evangelische en kerkelijke wereld, dan hoor je
toch met enige regelmaat terug, dat men doorgaans niet zo erg veel
belangstelling voor het woord van God heeft.
Soms denk je, dat als er grote druk en verdrukking komt, men veel
meer naar het woord zou grijpen en bijbelstudie-bijeenkomsten veel
drukker bezocht worden dan vaak nu het geval is.

‘Dat is toch niets nieuws onder de zon?’

Klopt, ook Hosea verzuchtte dat het volk (Israël) ten onder gaat door
het gebrek aan kennis van de Thora, het woord van God. De Psalmist
wist het: ‘Waarmee zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat
houdt naar Uw woord’. Die jongeling is allereerst de Heer Jezus in Zijn
rondwandeling op aarde te midden van Zijn volk!

Hij bad ook in Johannes 17:17

Heilig hen in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid’.


Woord vandaag

Wat denk jij, gaat het je niet duizelen als je nadenkt, dat God ons
al vóór de eonen op het oog had?’

Dat is gewoon heel bijzonder. Het blijft daarom een grote genade, dat
wij dit nu al mogen beseffen en er iets van mogen begrijpen. God ziet
ons altijd aan in Christus. Hij heeft ons onuitsprekelijk lief, hoe het
ook gaat in ons leven. Als je dieper doordringt in Zijn woord, dan ga
je ook ontdekken, hoe diep die liefde van Hem voor ons is.

‘Onbegrijpelijk, want ik ben nou niet bepaald een beste geweest. En
ook niet als gelovige. Er schort nog wel wat aan mij.’

Als wij iets beseffen van hoe God ons ziet in Christus Jezus, dan zouden
wij kunnen juichen vandaag en Hem zeer diep danken voor alles wat
Hij ons geeft. Het is overstromende genade. Hij rekent niet meer met
ons zondigen. Er is geen veroordeling voor ons meer mogelijk. Ook op
de bema (erepodium) van Christus zullen wij niet met zonden gecon-
fronteerd worden. Wij zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed. En als gerecht-
vaardigden zijn wij altijd zeker van Gods gunst!

‘Maar dat van die bema, dat gaat toch gebeuren na de wegrukking van de
gemeente die Zijn lichaam is?’

Elk mens wordt direct na het leven beoordeeld door de Heer Jezus
Christus. Daar kun je niet omheen. Voor iemand die in ongeloof sterft,
zal het bij de grote witte troon zijn; voor de gelovige bij de bema van
Christus. Dan wordt het leven bekeken, dat de gelovige geleefd heeft.
Voor de ongelovige zal dat een beoordeling zijn naar de werken en
wordt ook het voor de mensen verborgene geoordeeld overeenkom-
stig het paulinische evangelie.

‘Maar bij de bema, worden daar onze zonden nog beoordeeld?’

Dat niet, en dat kan ook niet, omdat wij gerechtvaardigden en verzoen-
den zijn. Er is geen veroordeling meer mogelijk. God beschuldigt ons
nergens van, integendeel, Hij spreekt ons vrij op grond van het bloed en
de dood van Christus. Christus veroordeelt ons niet. En als dat zo is,
kijken wij in het heelal rond en kunnen niemand ontdekken die dan nog
iets tegen ons in kan brengen. Geweldig fijn, en bovendien staan wij daar
in een lichaam, dat gelijkvormig is aan Zijn verheerlijkt lichaam!

Woord vandaag

‘Verbazend toch, dat er zóveel bezwaren ingebracht worden tegen de
bazuin van 1 Thessalonicenzen 4.’

En zelfs dat ‘in de lucht’ wordt nog weer anders uitgelegd, en zou niets
anders betekenen dan ‘op aarde’. Dan moet je mij vragen waarom er
dan ‘in de lucht’ en niet ‘op de aarde’. Het staat er zo. Klaar. Hoe hoog
dat dan in de lucht is, weten wij niet. Kennelijk hoog genoeg dat wij op

een of andere manier aan het zicht onttrokken zijn.

‘Wel mooi, want het past toch bij onze toekomst te midden van de
hemelingen?’

Het wordt in de loop van Paulus’ brieven duidelijk. In  1 Corinthiërs 15
lezen wij over de grote verandering die ondergaan als de bazuin klinkt.
Dat is een geheimenis, een verborgenheid, passend bij deze periode
waarin het lichaam van Christus wordt geroepen. Die wordt door  Paulus
in Efeziërs 3 ‘het beheer van het geheimenis’ genoemd. Het is dan ook
logisch, dat óók de weggrissing van de gemeente een verborgenheid is
voor velen!

‘Zeg, dat ‘in de lucht’ , komt dat ook ergens anders voor?’

Handelingen 22:23; 1 Corinthiërs 9:26; 14:9 en Openbaring 16:17. Uit deze
teksten valt niet op te maken, dat ‘in (naarbinnen) de lucht’ hetzelfde zou
betekenen als ‘op de aarde’. Dan moet je er wel een wat vreemde manier
van redeneren op na houden. Nou, in elk geval kunnen wij niet er iets an-
ders van maken. Het staat er gewoon: ‘naarbinnen (in de)  lucht’ als Hij
ons wegrukt, tot een ontmoeting met Hem.

‘Voor mij een heerlijke verwachting!’

Het zal heel bijzonder zijn, als we allemaal tegelijk, samen, de Heer gaan
ontmoeten in de lucht. Een betere genade-afsluiting van deze bijzondere
era van overstromende genade kun je je niet voorstellen. Verenigd te wor-
den met Hem die ons hoofd is, en wij zijn al in Christus Jezus gezet boven
alle overheden en machten en krachten. Daar gaan wij binnenkort ook
lijfelijk onze positie innemen!