De ene God

De ene God

De Schriften verklaren nadrukkelijk, dat er één God is.

‘Hoor, Israel: Jahweh is onze Elohim; Jahweh is één  (Deuteronomium 6:4)

‘Voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn..’
(1 Corinthiers 8:6)

‘Want er is één God en ook één middelaar …….. de mens Christus Jezus’
(1 Timotheus 2:5)

 

Deze ene God is liefde

….’want God is liefde’  (1 Johannes 4:8)

…’God is liefde’  (1 Johannes 4:16)

‘God echter bewijst Zijn liefde jegens ons, dat Christus,……voor ons stierf’
(Romeinen 5:8)

‘..noch…noch….noch…ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods…’
(Romeinen 8:39)


Deze ene God redt allen

‘en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal ik allen tot Mij trekken’  (Johannes 12:32)

‘gerechtigheid van God door het geloof van Jezus Christus voor allen
en op allen, die geloven…’  (Romeinen 3:21,22)

‘..zo komt het ook door één gerechtigheid voor alle mensen tot
rechtvaardiging ten leven…’  (Romeinen 5:18)

‘Want God heeft allen onder de weerspannigheid besloten
om zich over allen te ontfermen’ (Romeinen 11:32)

‘Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen’  (Romeinen 11:36)

‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen
ook  in Christus allen levendgemaakt worden’  (1 Corinthiers 15:22)

‘..opdat God zij alles in allen’ (1 Corinthiers 15:28)

‘om…al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd, dat is Christus,
samen te vatten..’  (Efeziers 1:10)

‘opdat in de naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel
en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden:
Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader!’  (Filippenzen 2:10,11)

‘..en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises,
alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde,
hetzij wat in de hemelen is’  (Kolossenzen 1:20)

‘God, onze Redder, die wil dat alle mensen behouden worden en tot
erkentenis van de waarheid komen’  (1 Timotheus 2:4)

‘de mens Christus Jezus, die zich gegeven heeft tot
een losprijs voor allen’  (1 Timotheus 2:6)

‘de levende God, die redder is van alle mensen, inzonderheid van de gelovigen’
(1 Timotheus 4:10)

‘want de genade van God is verschenen: redding voor alle mensen’  (Titus 2:11)

Het ene lichaam (Efeziers 4:5)

Het ene lichaam

‘Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en alle leden van het
 lichaam, hoewel vele, één lichaam zijn, zo ook Christus. Want wij zijn 
allen door één geest (naarbinnen) in één lichaam gedoopt; hetzij Joden
, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en wij zijn allen met één geest gedrenkt’ (1 Corinthiers 12:13)


‘Want zoals wij in één lichaam veel leden hebben, en de leden niet alle
 dezelfde werking hebben, zo zijn wij, de velen, één lichaam in Christus,
 en elk afzonderlijk leden van elkaar’. (Romeinen 12:4,5)


‘En alles onderschikt Hij onder Zijn voeten en Hij geeft Hem als Hoofd boven alles aan de uitgeroepen gemeente, die Zijn lichaam is, het complement van
 Hem, die het al in allen compleet maakt’  (Efeziërs 1:22,23)


‘Opdat Hij de twee in zichzelf tot één nieuwe mensheid zal scheppen; vrede
 makend, en beiden in één lichaam met God door het 
kruis wederzijds zal verzoenen, de vijandschap erin dodend’. (Efeziërs 2:15,16)

‘..Eén lichaam..’  (Efeziërs 4:4)


‘..en Hij is het hoofd van het lichaam, de uitgeroepen gemeente..’  (Kolossenzen 1:18)


‘…het lichaam echter is van de Christus…’  (Kolossenzen 2:17)

Het doel van het ene lichaam

‘En wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te midden van de
 hemelingen in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eonen
de tentoon zal spreiden de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid
 over ons in Christus Jezus’ (Efeziërs 2:6,7)


’..opdat nu door de uitgeroepen gemeente aan de soevereiniteiten en gevolmachtigden te midden van de hemelingen
 de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt wordt, 
in overeenstemming met het voornemen van de eonen, dat Hij uitvoert in
 Christus Jezus, onze Heer’ (Efeziërs 3:10)

Wie horen bij het ene lichaam?

‘Indien wij geloven, dat Jezus stierf en opstond, zal God zo ook hen, die ontslapen zijn,
 door Jezus samen met Hem leiden’ (1 Thessalonicenzen 4:14)


‘..namelijk gerechtigheid van God door het geloof van Jezus Christus tot allen en
 op allen die geloven, want er is geen onderscheid’..  (Romeinen 3:22)


‘..die jullie de geest schenkt en krachten onder jullie werkzaam doet zijn, ontvingen jullie de geest uit werken van de wet of uit het horen van het geloof? Zoals Abraham
 God geloofde en het hem gerekend werd tot gerechtigheid.’  (Galaten 3:5,6)